puinduin

Ieder jaar is mijn eerste hardloopwedstrijd in januari ‘De Puinduinrun’. Inschrijven voor deze wedstrijd is masochisme in z’n meest pure vorm. Het is een van de mooiste crosses van Nederland van 9.4km met daarin zo’n 1000 traptreden in zoals de website aangeeft: ‘de Haagse Alpen’.  Je loopt door een mooie groene omgeving en onderweg kun je vanaf de hoogste punten de zee zien liggen. De organisatie is goed en ieder jaar krijg je een prachtige gadget. De gemeente werkt er echter de laatste tijd sterk aan om ons de lol van de ongelijkliggende traptreden te ontnemen. Veel houten bielzen zijn inmiddels vervangen door mooie waterpasliggende straattegels….

Hoe bereid je je voor op een hartslagrollercoaster?

Voor deze wedstrijd is het belangrijk dat je fysiek en mentaal super fit bent. Fysiek bereid ik mij voor door iedere avond m’n kinderen op m’n nek naar boven te dragen. In de stad ren ik de gehele december maand de roltrap in tegengestelde richting op. En op m’n werk vertoon ik structureel liftontwijkend gedrag waardoor ik de slijtplekken in de trap heb gelopen.

Mentaal is de Puinduinrun echter misschien nog wel het zwaarst. Je kijkt huizenhoog op tegen de verticale 25/30m hoge trappen. Je moet continu gefocust blijven om niet te vallen bij het afdalen en je moet jezelf steeds weer in gang trekken omdat je geen seconde in je ritme kunt komen.

I feel like Rocky

Om de pijn opzij te kunnen zetten herhalen veel hardlopers tijdens de wedstrijd bepaalde mantra’s in hun hoofd of luisteren naar opzwepende muziek. Lopen met muziek doe ik eigenlijk nooit, maar er zitten wel vaak liedjes in m’n hoofd.

Het toeval wil dat ik op dit moment precies dezelfde leeftijd heb als Sylvester Stallone ten tijde van de opname van de legendarische boksfilm “Rocky” uit 1976. Tijdens de wedstrijd waan ik mijzelf juist die Rocky Balboa. Ik ren de traptreden naar boven op de tonen van ‘Gonna fly now’, het lied uit de beroemde scène waarbij hij de stenen trappen van het Museum of Art in Philadelphia oprent. Wie deze scène vergeten is of nooit gezien heeft, een kleine opfrissing:

Stairway to heaven

The devil is in the detail

De wedstrijd doet me ook denken aan het nummer ‘Stairway to Heaven’ van de Britse rockband Led Zeppelin uit 1971. En dat is niet alleen vanwege de titel. In januari 1982 werd in een programma van Trinity Broadcasting Network voor het eerst gesuggereerd dat de tekst van ‘Stairway to Heaven’ een door middel van backmasking verstopte verheerlijking van Satan zou bevatten.

De cross is duivels zwaar en om in meer detail te treden. Het parcours gaat over 1000 ongelijkliggende traptreden. De wedstrijd begint met een kanonslag waarna je direct valsplat omhoog loopt. Daarna daal je af om een scherpe bocht naar rechts te nemen en na een snelle eerste kilometer doemen de eerste steile trappen op. Iedere trede voel je je benen zwaarder worden en eenmaal boven kan je direct jezelf weer naar beneden laten vallen richting de volgende trap. Je hartslag lijkt in een rollercoaster te zitten. Voor het publiek moet het een grote ‘Jackass show’ zijn waarbij de deelnemers na afloop nog twee dagen nagenieten van de spierpijn.

Waar je de duivel in kunt zien kan er een sprookje opdoemen

Waar ik de duivel in de puinduinrun zie, worden die ongelijkliggende steile traptreden door clubgenoot Marco Zonneveld op facebook liefkozend: “het sprookje van de duizend-en-een traptreden” genoemd. En als er iemand in puin gelegen heeft afgelopen jaren is hij het wel. Twee onfortuinlijke fietsongelukken (dankzij onoplettende bestuurders) maar ondanks dit nog steeds sportief en bovenal positief.  Respect.

Of ik zelf nog heb genoten van de race terwijl het melkzuur via m’n oren naar buiten spoot? Zeker wel. Ik ben altijd in voor een dolletje en gedold worden. Na twee en een halve ronde zwoegen werd ik voorbij gelopen door clubgenoot Maarten Witteman (hij die mij van een door mij zo begeerde winst in een parkrun heeft afgehouden afgelopen jaar, wat mijn kinderen mij nog geregeld nadragen). Ook al is hij een stuk sneller, ik daagde hem verbaal wat uit toen hij mij voorbij gelachen kwam. Dat liet hij niet op zich zitten. De laatste paar honderd meter liep hij net een metertje voor mij met als doel mij fysiek op te blazen. Of hij mij de winst nou gunde of gewoon compassie had… Uiteindelijk ben ik tot het uiterste gegaan in een bloedstollende sprint om, jawel, plek 21. Dit resulteerde in deze prachtige fotofinish met dank aan fotograaf Roos van der Zwan. Kortom, hoe zwaar het ook is, sport blijft genieten. Zoals een groot filosoof uit mijn kindertijd altijd zei: “Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen” zelfs in een zware finale.

img_2234.jpgVoor een mooie sfeerimpressie kun je de video van Frank Hamelink kijken door HIER te klikken.