Abdelkader Benali schreef het boek ‘de marathonloper’. Een verhaal dat bestaat uit 42 hoofdstukken, één voor elke kilometer. Na de start sleurt hij je literair mee in de strijd richting de eindstreep. De snelste romanschrijver van Nederland liep een tijd van 2.43u op de marathon in Amsterdam. Dit jaar liep ik de helft van deze afstand in 1.25u. Net niet de helft van zijn tijd. Of mijn verslag de helft zo goed is als zijn boek, mag je zelf beoordelen.

Na het triathlonseizoen, een welverdiende vakantie en een verhuizing, is het eerst de beurt aan de Dam tot Dam loop om vervolgens een maand later mijn route richting een nieuw marathon PR in Rotterdam voort te zetten via de halve marathon in Amsterdam en de 30 van Schoorl. Data van deze hardloopevenementen staan thuis dikgedrukt in de agenda. Deze data komen als vanzelf dichterbij net als de twijfels of ik er wel klaar voor ben om telkens weer te starten.

Voor de start van de halve marathon in Amsterdam twee weken geleden doe ik nog wat sportspiratie op bij de finish van de hele marathon. Het effect is dat de adrenaline door mijn lijf giert en dan sta je ineens in het startvak.

1km, Dixie geur en vliegende flesjes

Voor de start is er eerst nog het gebruikelijke ritueel van het vakkundig strikken van de veters, het opslurpen van m’n pre-race gell en die wanhopige zoektocht naar de dichtstbijzijnde plaspaal. Hoe vaak je ook wedstrijden gedaan hebt, dat zenuwplasje gaat er nooit af. Dit is misschien ook wel het ultieme teken van gezonde spanning. Ik sta ondanks een voorbereiding met wat minder kilometers op scherp. In het startvak wordt ik bedwelmd door de geur van vaseline en angstzweet. Ineens tellen we af van tien tot nul. Het drinken begint, hand bij het sporthorloge en weg zijn we…. In die eerste kilometer is het zaak om je ademhaling onder controle te krijgen, het juiste tempo te vinden en te voelen hoe goed de benen zijn. 

2km. Zoals wel vaker geldt: Hoe langzamer hoe langer je het vol kan houden.

Ik ben lekker weg. Ik vind rechts van de drukte wat ruimte om mijn eigen tempo te lopen. En zoals altijd blijf ik maar in mijn hoofd herhalen “niet te snel starten, niet te hard lopen, gas terug”. Van fouten kun je leren maar wat dit betreft ben ik vrij hardleers. Vandaag lijkt dit anders, toch……

3km. Meneertje Sterk doet ook mee maar ik ben het niet.

Terwijl ik loop kijk ik wat rond. Ik zie aan de getatoeëerde M’s op verschillende kuiten dat ik tussen wat Spaanse triathleten ben beland. Links naast mij loopt een Engelsman met een shirt met daarop meneertje sterk. We wisselen een blik en ik steek m’n duim omhoog terwijl ik naar zijn shirt wijs. Hij glimlacht terug terwijl we beiden gespannen aan het afzien zijn.

4km. De Zenrunner

Op dit moment vind ik rust. M’n benen gaan als vanzelf en het ritmische geluid van voetstappen heeft iets meditatiefs. Het maakt mij zen. Mijn ademhaling heb ik perfect onder controle. Ik zit vroeg in de wedstrijd al in ‘de zone’, onder lopers beter bekend als de ‘runners high’. Nu is het zaak om zo lang mogelijk in deze ‘flow’ te blijven.

5km. Stemmen in m’n hoofd

Het gaat zo lekker, even twijfel ik of ik toch niet op een hoger tempo had moeten starten. Of had ik me toch voor die hele marathon in moeten schrijven? Heb ik mijzelf onderschat of krijg ik de rekening later nog gepresenteerd? Het andere stemmetje in mijn hoofd zegt: “Niet denken maar lopen. Je bent nu hier in deze race, dus je moet nu lopen.” En daar geef ik hem gelijk in.

6km. Achter de dames aan

Na in het begin van de race wat mannenkuiten bekeken te hebben slinger ik nu in volle vaart tussen de op het parcours aanwezige marathonlopers door en probeer langzaam die enkele halve marathon dame die ik voor mij zie bij te halen en dat valt niet altijd mee.

7km. High five at seven

In mijn ooghoek staat een enthousiast kind high fives te verzamelen. Enthousiast geef ik er een, in de hoop dat ik hem daarmee direct infecteer met het hardloopvirus 😉

8km. Hardlopen als teamsport

Ik sluit aan bij een mooi groepje dat 4.05min/km loopt en we draaien lekker rond. Alleen maar toch ook samen lopen we zwijgend bij elkaar. Allemaal wetend dat we de pijn zo dadelijk gaan voelen. En dan zal de fysieke strijd een mentale dimensie krijgen en gaan we zien wie de meeste pijn KAN verdragen.

9km. Teamwork makes the dream work

Alsof we een peloton fietsers zijn wijzen we elkaar op paaltjes en vluchtheuvels op de weg. We lopen nog steeds steady 4.05. Ondertussen kom ik door in 40,30 op het 10 kilometer punt en mijn beoogde finishtijd van 1.25 is nog springlevend.

10km. Watermanagement

Ondertussen loop ik nog steeds met een flesje water in mijn hand. Net voor het volgende waterpunt besluit ik een gelletje te nemen en weg te spoelen met het laatste water. Het meenemen van water de eerste 5 tot 10km heeft als voordeel dat je de eerste waterpost over kunt slaan en voldoende vocht tot je kunt nemen in het begin van de race waar de bevoorradingspunten het drukst zijn. Op het eind van de drinkpost pak ik nog snel een spons aan. Terwijl ik de spons over mijn hoofd uitknijp voel ik dat het toch warmer is dan ik dacht. Over het algemeen is mijn tempo hoger bij een lagere temperatuur. Vandaar mijn voorliefde voor midwinter hardloopevenementen.

11km. Je gaat met hardlopen de competitie met jezelf aan.

Vaak train ik alleen. Niet bereid mijn tempo aan te passen of gedachten te delen terwijl ik loop. Tijdens wedstrijden loop ik in de massa. Maar juist dan ben ik op mijn eenzaamst, alleen met mijn streeftijd en de rest is ruis.

12km. Hardlopen is niet alleen een individuele maar ook een innerlijke sport.

Vanaf halverwege wordt het zwaar en wordt je de regiseur van je eigen lijden. Je vraagt je af hoe lang je dit hoge tempo met idem hartslag volhoudt en begint stiekem de kilometers af te tellen. Hoe makkelijk is het om bij een drankpost even over te geven aan de vermoeidheid en even te lopen. Hoe makkelijk is het om langzamer te gaan lopen? Maar hoe fijn is het om mensen in te halen? Mensen waarvan je weet dat ze het allemaal zwaar hebben en waarom zouden juist zij dan wel harder dan jij kunnen lopen?

13km. Mind over body

Onderweg zie ik een bordje ‘naked women in 100m’ als een haas ren ik natuurlijk door, maar het blijkt ‘verrassend’ genoeg niet waar. Wat wel waar is, is dat je continue je brein voor de gek moet houden om maar niet toe te geven aan de vermoeidheid om gewoon door te kunnen lopen. Fake it till you make it #finish

14km. Geef op geef op

Dat stemmetje in mijn hoofd zegt continue ‘geef op, geef op het gaat niet om een podiumplek of zak met geld’, en juist dat stemmetje moet je de nek omdraaien. In mijn beleving ben ik iedere wedstrijd even die topsporter die ik graag geworden was. Iedere finish is een Olympische en het is slechts de finish die mijn bubbel lek kan prikken. Maar tot die tijd ben ik een sportheld. Ik pak bij het drinkpunt twee bekertjes water aan. Het bekertje knijp ik vakkundig samen zodat er een klein gleufje ontstaat waardoor ik makkelijk kan drinken en tegelijkertijd niet teveel water mors. Het tweede bekertje gooi ik als ware het een plens adrenaline in m’n gezicht en GO.

15km. Trip down Memory Lane

Ondertussen nog maar 1/3e van de race te gaan. Rond dit punt kom ik voorbij DNB. Mijn gedachten dwalen even af naar mijn studententijd. Als student heb ik ooit stage gelopen bij DNB en daar mijn afstudeerscriptie geschreven. Ik was verrast door de hoeveelheid slimme mensen maar ook door het feit dat ze hier nog een ouderwetse prikklok hadden. Momenteel klok ik iets boven het uur, maar ik weet dat ik nu niet moet gaan verslappen. Al is het maar omdat het steeds drukker wordt langs het parcours.

16km. Mentaal>fysiek

Op dit punt moet de mentale capaciteit het overnemen van de fysieke. De marathonlopers zijn hier op 37km terwijl ik er slechts 16km op heb zitten. Iedereen raakt op een gegeven moment moe maar je benen kunnen door. Hoe kan ik mijn lichaam voor de gek houden is nu de vraag. Duursporters gebruiken vaak ‘the power of NOW’. Niet achterom kijken, maar naar wat er nog voor je ligt. Precies zoals kinderen doen. Net zoals kinderen vaak de perfecte voorvoetlanding hebben.

17km. Fatamorgana

Als een Fatamorgana duikt daar het Vondelpark op. Als ik al die supporters zie, kan ik mijn ogen bijna niet geloven.

18km. Lopersmantra

Lopen, stappen en focussen blijft het mantra terwijl iedere spiervezel in mijn lichaam mij vertelt te stoppen. Als in een trance loop ik richting het Olympisch stadion. Langs de kant wordt het drukker en in mijn hoofd leger. De oneindige rekensommen die ik onderweg gemaakt heb over minuten per kilometer, vervaltijd en legio andere scenario’s kunnen nu beperkt worden tot de simpele 1 dimensionale race tegen de Olympische klok van het stadion.

19km. Getting there fast

Hoe dichter ik bij het Olympisch stadion kom hoe harder ik lijk te lopen. Die laatste kilometers voelen als een zegetocht nu ik weet dat ik een goede tijd ga lopen.

20km. Laagvliegen door Amsterdam

Ik zie de finish, ik voel dat ik in het puntje van m’n grote teen nog wat over heb en het Olympisch stadion kolkt (voor mijn gevoel dan). Ik krijg vleugels alsof ik een sixpack redbull op heb. Ik zet nog eenmaal aan en passeer nog twee andere lopers net voor de finish.

21km.  Soms is stilstand ook vooruitgang.

Mijn topsportbubbel wordt lek geprikt na 1.25,38 (14e tijd business runners). Een toptijd voor mijn doen. Het is geen PR maar naarmate je ouder wordt is stilstand eigenlijk ook vooruitgang. Als ik over 36 jaar dit kunstje nogmaals kan herhalen, kan ik het wereldrecord van 1.29,26 (75-79) van de legendarische Ed Whitlock uit de boeken lopen 🙂