Als de bloembollen uitkomen en de Keukenhof weer geopend is, dan is het fietsseizoen officieel geopend. Ik heb mij solidair verklaard met Nederland en hier in Australië ook een mooie rit uitgestippeld. Als geoefende familie atleet heb ik uitgedokterd dat we Mt Buffalo als gezin goed kunnen verkennen. Met een dik uur voorsprong kan ik de berg oprijden met de fiets, terwijl zij mij achterna rijden met de camper. Omdat ik nou eenmaal van triathlon houd, ren ik naar de fietsverhuur, fiets ik vervolgens Mt Buffalo op en wandelen we gezamenlijk de laatste kilometers naar ‘het dak van Australie’ en zo is mijn familie combinatie triathlon een feit.

De gele trui

Hardlopend naar de fietsverhuurder ‘CyclePath’ in Bright kom ik tot de ontdekking dat de gele trui hier al vergeven is aan Brendan Dean. De eigenaar van de zaak heeft een gesigneerde gele trui van Alberto Contador uit 2010 hangen, gekregen van zijn broer Julian Dean, oud profwielrenner en sprinter (die overigens geheel terzijde een aantal keren in mijn Tourpool gefigureerd heeft😔). Kortom, de bolletjestrui is het hoogst haalbare tricot dat op de 1700m hoge top van Mt Buffalo op mij kan liggen te wachten. Voor deze Westlandrijder en pondjes-cruizer in het Hollandse landschap is dit een reuze berg, voor Fransen kinderspel. Omdat de route 84km lang is en 1500 hoogtemeters in de 21km lange beklimming naar de top kent, is het ook hier een serieuze tocht in de Australische Alpen zoals het gebied hier genoemd wordt. Ter vergelijking de Alpe ‘d huez en Ventoux kennen ook hoogteverschillen van 1500m van dal tot piek. Ik pak m’n bijna nog gloednieuwe fiets afgemonteerd met Shimano ultegra en merk dat de achterrem links zit. Even oppassen dus. Maar goed die remmen heb ik de eerstkomende 50km nog niet nodig.

Deze klim klinkt als muziek in mijn oren 

Vanuit het dal fiets ik heerlijk over het asfalt tussen de vele kleurrijke hoge bomen door. Dan passeer ik het bord ‘National park Mt Buffalo’ en begint het stijgingspercentage gestaag op te lopen. Zo vroeg op de ochtend is de weg heerlijk leeg. Ik hoor alleen het monotone geluid van een vers gesmeerde ketting en de lorekeets die met hun gezang een duet vormen met mijn ronddraaiende pedalen terwijl ik de berg op dans met mijn 82kg (beetje zwaar voor een klimmer).

Herinneringen aan de bollentrui: De blonde engel, de muis en de olifant en ‘El Diablo’

In dit duel tussen mijzelf en Mt Buffalo maken jeugdherinneringen zich van mij meester. Mijn gedachten dwalen af naar jeugdhelden uit de Tour waarvan ik als klein jongetje de ‘Koninginnerit’ met 30C binnen op tv volgde. Met m’n oor tegen de transistorradio gedrukt volgde ik bij het zwembad spannende ontsnappingen. De uitslagen las ik vaak via de met drie dagen vertraagde Telegraaf van fl 6,50 op een buitenlands vakantieadres. Namen die door mijn hoofd schieten zijn die van

  • Theunissen, de blonde Engel die als laatste Nederlander de bergtrui won,
  • Rominger, de muis die niet alleen de bollentrui won in De Tour, maar ook de leiders-, punten- en bollentrui veroverde in de ronde van Spanje in 1993 en
  • de aanvallend attractief rijdende Italiaanse klimmers Claudio Chiapucci (El Diablo) en het te vroeg overleden olifantje Pantani.

Allen afgetrainde jongens die hun tanden nog zouden laten trekken zodat er geen grammetje teveel mee omhoog hoefde. Zelf lijk ik met mijn 82kg meer op mannen achter in de bus…. al begint mijn coupe wel in de buurt van Pantani te komen, zeker na mijn laatste knipbeurt in Melbourne 😔

Buffelen op Mt Buffalo

Het wegdek glijdt al lang niet meer onder mij door. Mijn banden lijken aan het smeltende asfalt te plakken. En de furieuze openingsdans waarmee ik de klim startte heeft plaats gemaakt voor een iets rustiger nummer waarop geschuifeld mag worden. Terwijl de zon doorbreekt en het stijgingspercentage iets oploopt voel ik de rode lantaarn langzaam opwarmen in m’n achterzak. Maar het enige dat in mijn achterzak zit is geld voor een ijsje voor als ik boven ben en op mijn achtervolgers moet wachten.

Het verhaal gaat dat de legendarische Spaanse klimmer Federico Bahamontes, alias ‘De Adelaar van Toledo’, tijdens de Tour van 1954 op de top van een berg stopte en zijn achtervolgers opwachtte terwijl hij een ijsje at.

Bahamontes brak op de Col de Romeyère een spaak in zijn wiel. Hij viel aan, zodat hij op de top het wiel kon laten vervangen om vervolgens weer aan te sluiten bij het peloton. Maar de materiaalwagen mocht de grote groep niet passeren en Bahamontes moest heel lang wachten op zijn nieuwe wiel. Zo lang dat hij bij een ijscoman een ijsje kocht om de tijd door te komen.

Zo’n verhaal pikken de kinderen natuurlijk niet en ik wacht met die ijsco netjes op mijn eigen ‘Sauna Diana bus’ die mij voorziet van verse noodles en bergschoenen om het derde deel van mijn triathlon die dag te volbrengen. Stalen ros in de bus gestald en op naar het dak van de Australische Alpen met een ijsje in de hand.

Oost west……eigen bollentocht best

Na een mooie wandeling is het tijd om de links gemonteerde achterrem te testen en de remblokken te mishandelen. Het leukste deel van de tocht ga ik toch zeker niet in de camper uitzitten. Terwijl ik naar beneden Raas (die naam moest ik toch ook kwijt in een verhaal over de bollentrui) krijg ik vanuit Nederland een Whatsapp bericht van Paul: “heej EmHa train je wel genoeg want als je terug komt moeten we de bollentocht rond Lisse weer gaan rijden”. Ik weet het, het fietsseizoen is begonnen en mijn reis is afgelopen. Op naar Nederland, mijn eigen fiets en de vlakke fietsroutes door de bollenvelden.
En ik ben er bij, waar dan ook……